Waarden
De idealen en overtuigingen van een mens of een groep mensen zijn wat wij als waarden beschrijven. Veel mensen vinden waarden iets persoonlijks. Het is iets waarmee je goed en slecht kunt onderscheiden. Het is dus in zekere zin ook subjectief wat goed of slecht is. Met je waarden laat je zien wat je belangrijk vindt en wat je goed vindt. Een paar voorbeelden van waarden: vrijheid, saamhorigheid, tolerantie, solidariteit, trouw en gelijkheid. Wil je meer voorbeelden? Blijf verder lezen!
- Integriteit
- Geluk
- Zingeving
- Zelfstandigheid
- Vernieuwing
- Uitdaging
- Behulpzaamheid
- Dankbaarheid
- Verantwoordelijkheid
- Onafhankelijkheid
- Humor
- Rust
- Spontaniteit
- Authenticiteit
- Creativiteit
- Zelfvertrouwen
- Spiritualiteit
- Geduld
- Optimisme
- Gezondheid
- Vriendschap
- Tolerantie
- Zorgzaamheid
- Religie
- Spiritualiteit
- Familie
- Plezier
- Verbondenheid
- Autonomie
- Bescheidenheid
- Stabiliteit
- Beleefdheid
- Schoonheid
- Loyaliteit
- Vaderlandsliefde
- Naastenliefde
- Trouw
- Inzicht
- Mededogen
- Netheid
- Openheid
- Toewijding
- Discipline
- Persoonlijke ontwikkeling
- Harmonie
- Stiptheid
- Passie
- Rijkdom
- Solidariteit
- Leiderschap
Normen
Je normen vloeien voort uit je waarden. Ze worden ook wel als gedragsregels gezien, regels die jij belangrijk vindt. Normen zijn meer meetbaar dan waarden. Een voorbeeld van een norm is: ´Je houdt afstand als iemand een pincode intypt.´ De achterliggende waarde is dan privacy. Je vindt hieronder nog meer voorbeelden:
- Je behandelt iedereen gelijk
- Je zorgt goed voor je eigen dieren en die van anderen
- Je raakt vreemden niet zo maar aan
- Je gaat niet luidruchtig telefoneren in de trein of bus
- Je gaat niet zitten bellen tijdens een etentje in een restaurant
- Als iemand wat vertelt, dan luister je
- Je houdt de deur op voor degene achter je
- Je steekt niet je middelvinger op in het verkeer
- Je zit niet zomaar aan andermans spullen
- Als je hond poept, dan ruim je dat netjes op
- Je houdt je hand voor je mond als je hoest
- Je steekt geen sigaret op in de auto als anderen niet roken
- Je gooit geen rommel op straat
- Opstaan voor ouderen misstaat niemand
- Je zit niet met je handen aan het eten
- Je hebt geen oordopjes in / koptelefoon op tijdens een vergadering
- Je staart niet naar gehandicapten
- Je geeft mensen de ruimte om in te voegen in het verkeer
- Je komt gewoon op tijd op je werk
- Je doet niet je voeten op tafel als je op bezoek bent
- Als je bij de kassa komt, groet je de kassière even
- Je draait geen keiharde muziek midden in de nacht
- Je gaat niet met je voeten op de bank zitten in de trein of bus
- Kauwgom spuug je niet uit op de grond
- Je spuugt niet op straat
- Voordringen doe je niet
- Ouderen tutoyeer je niet
- Je gaat niet van tafel voordat iedereen klaar is met eten
- Je laat vrouwen voor gaan
- Bij het verlaten van de bakker of slager groet je even
- Je scheldt en vloekt niet aan de zijlijn bij de voetbalwedstrijd van je zoontje
- Als een blinde man wil oversteken, dan stop je
- Je laat je hond niet loslopen als hij agressief is naar andere honden
- Als iemand wat laat vallen voor je, dan attendeer je hem of haar daarop
- Je wacht netjes op je beurt in de winkel
- In een restaurant wenk je de ober in plaats van hem te roepen
- Als je als kind een plakje worst krijgt bij de slager zeg je dank u wel
- Je gaat niet lachen als iemand boos of verdrietig is
- Als je iets van iemand hebt gekregen, geef je dat niet weg
- Je wacht met eten totdat iedereen heeft